Afgelopen woensdag herdacht ik dat het precies 102 jaar geleden was, dat mijn grootmoeder werd geboren. Ik stak een kaarsje voor haar aan en precies op dat moment vloog er in onze achtertuin een ooievaar over. Aangezien de ooievaar in onze streken sinds mensenheugenis in verband wordt gebracht met geboorte, bezorgde het zien van deze prachtige vogel in dit moment van nagedachtenis wel behoorlijk kippenvel. Gewoon toeval? Of ‘valt’ dit soort geschenken ons – mits we opmerkzaam zijn – ‘toe’?
Een oud verhaal over de afdaling van de ziel
Het is een opmerkelijk feit dat er aan de komst van de ziel naar de aarde een ooievaar verbonden is. Het brengt me naar een oud Joods verhaal dat vertelt dat alle mensen die ooit op aarde zullen wonen, bij het begin reeds geschapen zijn. Ze dienen enkel nog te wachten in een hemels gebied, genaamd ‘paradijs’, totdat ze naar de aarde mogen afdalen. De mens wacht daar tot een engel hem bij zich roept en zegt: ‘Je mag weldra naar de aarde toe’. Op dat moment wordt er op aarde een kind geconcipieerd. De engel vervolgt: ‘Ik ga je nu over die aarde vertellen’. Hij geeft de mens instructies over het aardse leven, hoe een mens daar ‘God’, ofwel zijn goddelijke afkomst, kan vergeten en over hoe hij moet leren kiezen tussen goed en kwaad. De engel neemt de momenten die reeds vastliggen in het komende leven door en laat alvast de moeilijke leerpunten zien. Dan zegt de engel ‘Het moment is gekomen en je vergeet alles, al ligt dit gesprek wel degelijk in je verborgen’. Komt hier ‘ons geweten’ vandaan? ‘We hebben het geweten’.
De mens voelt zich vervolgens naar beneden vallen en de engel roept nog: ‘Als je terugkomt, wacht ik je weer op!’. De snel vallende ziel roept in wanhoop uit dat hij niet wil. Dat is het moment dat een baby, met een harde huil van schrik, op aarde geboren wordt.
Het betreft uiteraard een oud, symbolisch verhaal, maar wel één dat vertelt dat de mens een ziel is die uit de hemel hier is neergedaald voor een tijdelijke reis over de aarde. Een ziel die een schat aan inhoud heeft meegekregen, die met veel moeite weer opgerakeld moet worden. Af en toe kan dat het vreemde gevoel geven dat we iets al een keer hebben meegemaakt, een déjà vu, het gevoel dat we ons de toekomst herinneren, of juist het gevoel dat je iemand herkent, die je toch nooit eerder in dit leven gezien hebt.
We hebben ons lichaam, we zijn onze onsterfelijke ziel
Buiten de symboliek van de ooievaar als babybezorger, als brenger van de ziel, kan de ooievaar zelf ook gezien worden als uitdrukking van die onsterfelijke ziel, die uit hoge hoogten neerdaalt in het lichaam. Hij vertelt ons dat onze diepste aard niet van hier maar van elders is. Zo vertelt Genesis 2:7 dat als de Schepper uit het stof van de aardbodem het menselijk lichaam gevormd heeft, Hij de ziel in de neusgaten blaast en de mens vanaf dan een levend – bezield – wezen wordt. Dat proces kan de neerdalende ooievaar ook aan ons voorstellen. Met onze mensenogen zien we de ooievaar en met ons innerlijke oog worden we aan onze ziel herinnerd, die hier tijdelijk komt wonen. We hebben ons lichaam en we zijn onze onsterfelijke ziel.
Duisternis als tegenkracht, als stuwing naar een bewuste keuze voor het licht
Juist ons huidige tijdsgewricht, waarin de nacht van het materialisme nog zwaar op ons drukt, heeft behoefte aan het besef dat men van boven komt.
Zo heeft Jezus in zijn tijd, volgens een oude tekst uit de eerste eeuw, het Gesprek met de Verlosser, teruggevonden in de Nag Hammadibibiotheek, de woorden gesproken:
‘Want het genot van de wereld is vals en haar zilver en goud zijn dwalingen.’
NHC III.5; NHG, 562-72
De wereld is volgens hem een schijnwerkelijkheid.
Jezus leert in andere passages in deze tekst dat we echter eerst die materie moeten leren kennen, voordat we ons ervan kunnen onthechten:
‘Ook de aarde en de aardse materie horen bij het domein van Wijsheid.’
NHC III.5.138; NHG, 568
Licht en donker staan niet als twee dualistische werelden tegenover elkaar. De duisternis kan gezien worden als tegenkracht, soms ook wel de linkerhand van God genoemd. Zonder de tegenkracht van duisternis kan geen spierkracht of lichtkracht worden ontwikkeld en kan geen bewuste keuze gemaakt worden voor het licht.
De terugkeer naar wat men oorspronkelijk is geweest
Het doet denken aan de uitspraak in Het Evangelie van Thomas, logion 19:
‘Want jullie bezitten vijf bomen in het paradijs,
die ’s zomers noch ’s winters bewegen
en hun bladeren vallen niet af.
Wie hen zal kennen zal de dood niet smaken.’
De vijf bomen kunnen gezien worden als een uitleg van de Boom des Levens. Zij staan voor de vijf (geestelijke) zintuigen aan onze boom des levens die door ons ontwikkeld moeten worden: het geestelijk oog, oor, de geestelijke tastzin, smaak en speurzin. Bij het bestijgen van de boom van leven, ontwikkelen we deze eigenschappen. Zoals het fruit van de boom van kennis van goed en kwaad in de tuin van Adam en Eva in duisternis, in lichamen van stof in de derde dimensie, deed vallen, zal het fruit van de levensboom ‘het licht van de Geest’ verlenen, die eeuwig leven is. Er is een weg terug. De band met de materiële schijnwerkelijkheid kan worden verbroken. Het gaat om een terugkeer naar een bovenkosmische en onzichtbare werkelijkheid, de terugkeer naar wat men oorspronkelijk is geweest; men hervindt de eenheid met het goddelijke.
Er is een kracht die de ziel naar boven of naar binnen stuwt in dit hele proces. Dat is het onblusbare verlangen naar heelheid, naar terugkeer naar de Bron. Wijsheid roept en zegt in het boek der Spreuken:
‘Kom bij mij, jij die naar mij verlangt
en eet van mijn vruchten.’
Spr. 3:18
De ketenen van het Vergeten verbreken
Het laagst hangende fruit van de boom waarlangs opgestegen wordt, dat gegeten dient te worden, zijn de vruchten van liefde en mededogen, de grondvesting van alle dingen. Men kan het enkel eten, als men zich bevrijdt van boosheid en oordeel. Om naar de tweede laag op te stijgen, dienen onwetendheid en intolerantie te zijn afgelegd. Het fruit van wijsheid en begrip kan pas dan worden gegeten. Wanneer de ziel zich langs elke poort omhoog beweegt, kan zij de stem van de wereld niet meer horen. Het lawaai van de wereld verstomt. Er heerst een oorverdovende stilte. Als de ziel de acht niveaus weet te passeren, lost zij op als een druppel in de oceaan en vloeit zij terug in de Bron. Op dat moment is zij bevrijd van de wereld en van de ketenen van de vergetelheid.
Het Evangelie naar Maria geeft:
‘Ik ben in een wereld, bevrijd van een wereld
en in een beeld vanuit een hoger beeld,
bevrijd van de boeien der vergetelheid, die tijdelijk zijn.
Vanaf dit moment zal ik de rust bereiken
los van het tijdsverloop van de wereld in stilte.’
BG 17:1-10
Zoals men zijn levensreis begon met de val als lichtdruppel uit de oceaan van licht en in slaap viel naarmate de afstand tot de Bron toenam, brak de periode van het Grote Vergeten aan. Zo wordt plots het tij gekeerd: men keert om, de terugweg wordt aangevangen en het moment van ontwaken breekt aan. In de opgang terug naar de Bron gaat het geestesoog open. De ziel is ontwaakt en verbindt zich bewust met de Bron. De ketenen van het Vergeten zijn verbroken; zij waren tijdelijk.
Is dit nu alles?
De kiem van de mens, zijn onsterfelijke ziel, groeit vaak de eerste zes jaar nog met de persoonlijkheid mee, maar stopt dan geruime tijd, net zoals de kiem in bijvoorbeeld de kastanje moet wachten tot een goede voedingsbodem zijn werk heeft gedaan en uit de kastanje een boom gaat groeien. Terwijl de kern min of meer slaapt, groeit de persoonlijkheid van de mens door en wordt tot volwassen mens, die zijn plek in de maatschappij inneemt. Vaak tegen het veertigste jaar – in deze tijd overkomt dit mensen vaak al minimaal een decennium eerder – gebeurt er iets. Mensen, juist vaak als ze een succesvol leven in de buitenwereld hebben opgebouwd, worden overvallen door het gevoel: ‘Is dit nu alles?’. Dat is de roep van de onsterfelijke ziel die wakker begint te worden en zich verder wil gaan ontwikkelen – zich om wil keren. Verstaat degene die deze signalen uit de diepte ontvangt deze niet, dan wordt zo iemand alleen maar onrustig. Het leven lijkt een zekere sleur gekregen te hebben en er wordt dan getracht om door verwisseling van een baan of een nieuwe partner alsnog een ware vervulling te vinden. De poging om zichzelf op die manier te genezen lukt maar zelden. Het blijkt dat het vaak de tegenslagen in het leven zijn, die de onsterfelijke ziel plots doen ontwaken en de impuls geven om tot een innerlijke ontwikkeling te komen, en zo uit te groeien tot de boom met het unieke karakter, dat in het bouwplan verscholen lag. Er schijnt niets te zijn dat de innerlijke ontwikkeling zó grondig kan blokkeren als grenzeloze materiële rijkdom, macht en een leven dat praktisch geen tegenslagen kent. Juist mensen die het niet gemakkelijk hebben gehad in hun leven of die zich in stilte, zonder publiekelijk applaus of excessieve vergoedingen, hebben ingezet om iets goeds te doen, tonen vaak die innerlijke volwassenheid en de terugweg.
Het belang van een voorbeeld voor een kind
Gezegend is een kind dat een oudere in de buurt heeft, die een echte voorbeeldfunctie vervult.
Ik besef juist in deze dagen dat ik het geluk heb gehad een zeer nauwe relatie te hebben gehad met mijn grootmoeder, die vlak bij ons woonde. Ons huis werd gebouwd in de achtertuin van haar boerderijwoning. Ik herinner me niet anders dan dat mijn oma mij vanaf mijn vroegste kinderjaren meenam mee in haar dagelijkse, eenvoudige, maar heerlijke routine. We begonnen de dag met een wandeling naar de bakker, aansluitend naar de groenteboer, om vervolgens bij thuiskomst in haar woonkeuken broodjes te eten, besmeerd met haar zelfgemaakte appelstroop. Een vers, gekookt eitje erbij dat even tevoren was gelegd door een van haar kippen. Daarna verzorgden we de dieren. Het aanbieden van het voer voor de duiven was voor mij als kind een feest: zo hard mogelijk schudden met het metalen opbergblik gevuld met zaden en dan kwamen bij dit geluid haar duiven over de daken van de omringende stallen en schuren naar het binnenhofje (’t goot) vliegen en verzamelden zich om mij heen om hun heerlijk maal te nuttigen.
Ook de kippen, kanaries, de hond en de kat mocht ik voeren. Ze leerde me hoe je de lekkerste koffie kunt zetten en heeft me tijdens het koken aan haar fornuis de liefde overgebracht voor eerlijke en gezonde voeding, die voor een groot deel uit haar moestuin (de kwoalef) kwam. Ze deelde haar kennis over het kweken van chrysanten, waar ze rond Allerheiligen honderden van in haar tuin had staan en welke ze tegen een bescheiden vergoeding aan vele dorpsgenoten verkocht en zo een plekje op het graf van hun dierbare(n) kregen. Als ze haar zus op de boerderij in Waubach, 10 kilometer verderop, wilde bezoeken, dan liepen we daar ‘eventjes’ naartoe.
Vanuit je innerlijke waarheid – de Geest – handelen, spreken en leven
Tijdens deze activiteiten vertelde ze me altijd veel verhalen. Ze haalde dan warme herinneringen op aan haar eigen moeder en het grote gezin van twaalf kinderen waar ze in opgroeide. Deze verhalen bevatten altijd wel levenslessen. Ze sprak over vrolijke en inspirerende thema’s, maar ook de moeilijke onderwerpen schuwde ze niet. Die hoorden volgens haar onoverkomelijk bij het leven en ze wilde me op alvast op het latere leven toerusten, voor de tijd die komen zou als ze mijn hand niet meer vast kon houden. Haar levensboodschap was, als ik het kort samengevat, dat oprechtheid, goedheid, waarheid – dat onvoorwaardelijke liefde – het belangrijkste is in het leven. Deze liefde betekende volgens haar niet per se lief zijn, maar vanuit je innerlijke waarheid – vanuit de Geest – handelen, spreken en leven. Ook als dit betekende dat je innerlijke waarde afweek van de kudde. Geld, begeerte, status en macht waren in haar ogen afleiders van geluk. Ik luisterde dan belangstellend, omdat ik veel van haar hield. Vele jaren later overkwam het me, ondanks haar wijze lessen, dat ik werk, ‘de wereld’ en carrière op mijn dertigste te hoog in het vaandel had en mezelf compleet had uitgeput voor zaken die leegte, (zelf)bedrog en regelrechte illusies bleken te zijn. Toen kwamen uit de diepte oma’s lessen, haar liefde voor de natuur, voor oprechtheid en waarachtig leven in mij naar boven. Zij had zowel kennis als het erbij behorende gevoel, in me gegoten en die voorraad had daar al die tijd liggen wachten tot ik eraan toe was. Het roer ging om; ik keerde terug naar het innerlijke pad.
De schakel naar het verleden levend houden in een beschaving die het verleerd heeft achterom te kijken
Gezegend is daarom een kind dat een oudere in de buurt heeft, die een echte voorbeeldfunctie vervult. Het is daarom belangrijk dat volwassenen zichzelf ontwikkelen; dan vervullen ze die functie bij hun kind. Het enige wat je daarbij nodig hebt, is een van de schaarse artikelen van ons tijdvak: de tijd. Maar als je die erin stopt is dat heerlijk voor het kind. Zo’n kind zal zich altijd met dankbaarheid herinneren hoe goed zijn of haar grootouders waren en daar weer aan de eigen kinderen en kleinkinderen over vertellen. Ze zullen zich letterlijk uitspraken herinneren van hun grootouders en verhalen over dingen die ze samen hebben gedaan. Zo wordt de schakel naar het verleden levend gehouden in een beschaving die het verleerd heeft achterom te kijken. Hoe heerlijk is het als kinderen voorbeeldmensen bij zich hebben.
Het wezen van de zon
Woensdagavond nam ik onze kinderen mee naar het graf van mijn grootmoeder. De kinderen noemen haar ‘Oma Sterre’, omdat zij nu volgens hen aan de andere kant – bij de sterren – woont. Haar verhalen zijn nu overgeleverd aan haar achterkleinkinderen en gaandeweg ook steeds meer haar routines en menselijke kernwaarden.
Dit jaar ontkiemen in onze tuin haar chrysanten. De chrysant staat symbool voor geluk, trouw, eerlijkheid en vriendschap. De bloem is in Japan het symbool van de zon en het licht (onsterfelijkheid).
De Chinese naam voor chrysant betekent: ‘het wezen van de zon’. Een mooiere beschrijving had ik voor zowel de chrysant alsook voor mijn oma – en de menselijke ziel – niet kunnen bedenken.
Indien je een ooievaar mocht zien, geniet van zijn prachtige verschijning en kijk er vooral ook aan voorbij! En bedenk dat er een herinnering aan onze onsterfelijke ziel voor jou vliegt, staat of kleppert.
Zijn leerlingen vroegen hem:
‘Wanneer komt het koninkrijk?
Jezus zei:
‘De komst van het koninkrijk is niet in de toekomst te verwachten:
zij zullen niet zeggen: “Kijk, hier is het”
of “Kijk, daar is het.”
Nee, het koninkrijk is al uitgebreid op de aarde
en de mensen zien het niet.’
Het Evangelie van Thomas, logion 113